Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [19]En Ik zag toe, en er was niemand die hielp; [20]en Ik ontzette Mij, en er was niemand, die ondersteunde; [21]daarom heeft Mijn arm Mij heil beschikt, en [22]Mijn grimmigheid heeft Mij ondersteund, 19. Of, toen Ik omzag, dat er geen helper was, enz. Christus alleen is onze Helper, Heiland en Verlosser, die ons uit het geweld van den duivel en van den eeuwigen dood verlost heeft. Zie hfdst.59 vs.16, en hfdst.61 vs.2. 20. Te weten naar mijn menselijke natuur. Zie Matth.26:38. 21. Dat is, mijn goddelijke kracht heeft mij onderstut in mijn zwaar lijden, dat Ik onder den zwaren last van den toorn Gods niet ben bezweken, maar dien gedragen, en mijn volk daarvan verlost en al hunne vijanden overwonnen heb. 22. Te weten de grimmigheid, waarmede Ik onstoken ben tegen de vijanden mijner kerk.